Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Jod.] [65]Hij geve zijn wang dien, die hem slaat, [66]hij worde zat van smaad. 65. Dat is, dat hij met geduld aanneme de slagen en plagen, die hem de mensen onverdiend of zonder wettelijke oorzaak aandoen. 66. Zie Job 7:4. Het is hier te zeggen, met geduld allerlei kwaad verdragen.